Automation of IT met VMware vRealize Automation 7

Automation wordt mogelijk gemaakt door vOrchestrator. En hoewel vOrchestrator al enige tijd standaard beschikbaar wordt gesteld bij een vCenter-installatie, wordt het niet veel gebruikt.

In vervolg op mijn vorige blog, nu een kijkje in de keuken van de nieuwe versie van vRealize Automation.

Voor de endpoints zijn in vOrchestrator diverse plug-ins beschikbaar. Bijvoorbeeld vCenter, Hyper-V, AD, Powershell, NSX, vCloud-Air en Amazon EC2. Maar ’gewone’ gebruikers kunnen de workflows uit vOrchestrator niet toepassen. Dus als ze al worden gebruikt, is dat door IT-beheerders. Zij moeten hiervoor wel kennis van Javascript hebben. PowerShell kan ook worden gebruikt, maar bij voorkeur niet te grote scripts, omdat dan de vRA-boekhouding niet wordt bijgewerkt.

Webportaal

Met vRealize Automation 7 biedt VMware een webportaal die ook niet-administrators laat profiteren van de geautomatiseerde workflows in vOrchestrator. In deze portal wordt een productencatalogus getoond, waar de gebruiker een (standaard)dienst kan afnemen. Van relatief simpele acties als het toevoegen van gebruikers tot het uitrollen van complete testomgevingen.

Installatie

Vergeleken met de vorige versie is de installatie van vRealize 7 een stuk eenvoudiger. Na het importeren van de appliance (vRA7) in vCenter en het aanmaken van een Windows IAAS-server, start een eerste inlog op de vRA appliance een installatiewizard die alle voorwaarden en validaties checkt. In de wizard wordt ook gevraagd of er een simpele of redundant enterprise-installatie moet worden uitgerold. Aan het eind, na de laatste check, wordt gevraagd om een snapshot te maken van de virtuele machines (vRA appliance en IaaS-server), waarna de installatie start. Dit kan zomaar een uur duren, afhankelijk van de complexiteit. Als de vRA7-omgeving klaar is, wordt met de aangemaakte ’configuratieadmin’ ingelogd om de eerste tenant klaar te maken. Dus het eerste catalog item is voor het aanmaken van de eerste gebruikersomgeving. Hier worden de connecties met vCenter en NSX (netwerkvirtualisatie) gemaakt en de resources toegekend.

De kracht van een blueprint

Nieuw is het bouwen van een blueprint. Vanuit een beheer catalog worden alle componenten op het canvas gesleept. Zo wordt de omgeving als het ware ‘gedesignd’. Netwerken, loadbalancers en VM’s worden geplaatst op het canvas. In de VM’s kunnen applicaties worden geplaatst en afhankelijkheden gekoppeld. Een complete multi-tier omgeving kan als catalog item worden aangeboden.

Workflows

De acties worden op de achtergrond uitgevoerd door workflows die in de vOrchestrator (als Windows-applicatie, als losse appliance of embedded in de vRA7 appliance) zijn geconfigureerd. Met de gebruiksvriendelijke interface en het uitgebreide accorderingssysteem die bij een actie beschikbaar zijn, worden veel taken geautomatiseerd toegankelijk. Afhankelijk van de rechten die je hebt, worden de catalog items getoond. Niet iedereen hoeft natuurlijk de catalog aan te vullen of beheertaken uit te voeren. Programmeurs kunnen de workflows maken met herbruikbare bouwblokken.

Een serverworkflow kan er als volgt uitzien:

  • haal gegevens uit het aanvraagformulier
  • deploy een server uit een template (variabelen als type server en naam komt uit het aanvraagformulier)
  • geef de kosten door aan een eventuele billing-applicatie
  • koppel aan een netwerk (kan ook een nieuw netwerk zijn)
  • stuur een mail naar de betrokken partijen (aanvrager, IT, manager)
  • maak af (als een manager een akkoord heeft gegeven)
  • stuur mail naar aanvrager als aanvraag gereed is

Deze workflow wordt vanuit de vRealize-catalogaanvraag aangeroepen en gestart.

Catalog

Wat voor catalogdiensten kunnen er worden geboden? Voor IT’ers kunnen een veelheid aan complexe aanvragen worden gepubliceerd. Denk aan complete testomgevingen met servers van allerlei pluimage, netwerken, firewalls, backupmogelijkheden en koppelingen met het eigen netwerk. Voor beheerders van gebruikers kunnen Active Directory-rechten worden gegeven, zonder dat deze beheerders direct op de Active Directory rechten hebben. Er kunnen gebruikers worden aangemaakt en deze gebruikers kunnen vervolgens aan de juiste applicaties worden gekoppeld. Gebruikers kunnen zelf applicaties aanvragen en actief maken.

Meer inzicht

Het management accordeert eventueel een aanvraag om wildgroei te voorkomen. Je kunt je voorstellen dat aanvragen van servers met grote dataschijven of snelle schijven (flash storage) impact hebben op de beschikbare resources en (dus) kosten. Als de aanvraag voor de business relevant is en de goedkeuring wordt gegeven, kan de IT-afdeling de resources op tijd uitbreiden. De hele omgeving wordt continu gemonitord. De businessmanagementmodules bieden inzicht in het gebruik van de IT-infrastructuur, inclusief de kosten. En dat is ook prettig voor het management.

Positief

Automation of IT is een zegen voor gebruikers en IT’ers hoeven niet te vrezen; er blijft nog genoeg werk over. Ik ben dan ook positief over deze ontwikkeling. De kennis van de IT-afdeling wordt ontsloten voor de business en veel voorkomende acties kunnen worden geautomatiseerd. Met als gevolg veel meer zelfservice voor de eindgebruiker.

 

 

Wie is er bang voor automation of IT?

Sinds ik aan een project werk waar de IT wordt geautomatiseerd, vraag ik me af: waarom gaat dit proces bij veel bedrijven eigenlijk zo langzaam? Is het voor IT-afdelingen misschien niet aantrekkelijk dat werkwijzen worden ondergebracht in een geautomatiseerd proces, dat níet door IT’ers kan worden uitgevoerd?

Steeds meer IT-taken worden aan gewone gebruikers beschikbaar gesteld via een dienstencatalogus. Door de achterliggende automatisering, kunnen we dit XaaS noemen (All as a Service). Die catalogus levert allerlei voordelen op. Denk aan userbeheer, uitrollen van testomgevingen en backupbeheer door gebruikers. Een HR-afdeling, bijvoorbeeld, kan dankzij zo’n catalogus moeiteloos de gebruikers beheren met de juiste rechten. Geen IT-afdeling die daarvoor aan te pas hoeft te komen! Ook het werk van sommige IT’ers verandert door XaaS. Zij kunnen bijvoorbeeld via een webportaal een server aanvragen om software te testen. Zo kunnen ze dus zelf hun middelen deployen. Dit werkt veel eenvoudiger dan wanneer je alles via een IT-afdeling laat lopen.

Catalogus

We zien dus een verschuiving van afzonderlijke fysieke diensten naar één geautomatiseerde dienst van softwarecomponenten. Hiervoor geldt dat alle achterliggende complexiteit is geautomatiseerd. Samen met NSX, de netwerkvirtualisatieoplossing van VMware, kan het bijbehorende netwerk ook geautomatiseerd worden uitgerold. Netwerken, loadbalancers, firewalls, servers (Windows en Linux), desktops, datastores, backup en zelfs infrastructuren; alles wordt op aanvraag geboden, vanuit een catalogus.

Angst

VMware biedt met vRealize Automation zo’n catalogus (of portal), waaronder eindeloos veel taken kunnen worden geautomatiseerd. De gebruiker krijgt zo een helder overzicht van de diensten/services en de IT-afdeling een woud aan mogelijkheden om die te vullen! En door orchestratie is bijna alles mogelijk. Zo kan er ook direct tegen API’s (Application Programming Interface) van endpoints worden geprogrammeerd. Hierdoor kunnen gebruikers diensten of services aanvragen, zonder zelf kennis van de infrastructuur te hebben of over de administratorrechten te beschikken. De vraag is: moeten IT’ers nou bang zijn dat ze zichzelf overbodig maken? Het antwoord is nee. Het gaat hier om een positieve ontwikkeling die IT’ers in staat stelt om bij te dragen aan de flexibiliteit en meerwaarde van het bedrijf. Door nieuwe diensten in workflows onder te brengen en die met herbruikbare bouwstenen te vullen, neemt de betrouwbaarheid van die IT-diensten toe. De kennis van de IT-afdeling wordt zo beschikbaar gemaakt voor alle medewerkers. Natuurlijk zullen niet alle organisaties direct gebruikmaken van deze portaloplossing, maar ze kunnen er zeker mee in aanraking komen als cloudproviders via vRealize hun clouddiensten aanbieden.

vRealize

De vernieuwde versie van vRealize Automation (versie 7) is al op VMworld 2015 gedemonstreerd en IT in de ’Dutch cloud’ zal de stap naar het ‘catalogus werken’ makkelijker te maken. Of dat nu een private cloud-datacenter is of een public datacenter, als het maar cloudready werkt. Op dit moment bouw ik een vRA7 demo-omgeving in mijn laboratorium. Eén van de grote wijzigingen is de installatieprocedure en een betere schaalbaarheid. In mijn volgende blog deel ik mijn bevindingen hierover!

 

Boekhouders zijn conservatief

In de afgelopen weken ben ik flink in de weer geweest met het koppelen van mijn audio en video. Ik wil namelijk graag af van die berg afstandsbedieningen voor, onder andere, mijn televisie, Blu-ray en Chromecast.

Sonos heeft het probleem van al die verschillende afstandsbedieningen in één klap opgelost door een smartphone of tablet als bediening geschikt te maken. Mooi, maar die oplossing is alleen bedoeld voor muziek. Als je ook nog een beeldfanaat bent, zoals ik, dan sta je voor nog veel meer uitdagingen.

Onder de motorkap

In de loop der tijd heb ik allerlei hoogwaardige en ‘zware’ apparaten in huis gehaald. Toen mijn dochter twee jaar geleden afstudeerde bijvoorbeeld, vond ik het tijd voor een 3D-camera. Zo’n unieke gebeurtenis wilde ik zo ‘echt’ mogelijk vastleggen. Later was mijn televisie aan vervanging toe (ik had nog een echte ouderwetse 32” LCD-tv) en dat moest natuurlijk een 3D-versie in HD worden. En welja, doe er ook maar Smart bij. Hoewel die Smart-functie inmiddels tenenkrommend is, compleet met vastlopers en reboots, is het beeld prachtig. Daarom besloot ik Smart te vervangen door Chromecast (eerst versie 1, nu door de verbeterde versie 2). Het resultaat? YouTube, Netflix en Spotify doen het weer vloeiend. Maar wat blijkt? De meeste televisies laten alleen maar stereo door via de extra HDMI-aansluitingen. Dit betekent dat het geluid van een film niet in 5.1 aankomt op de AV Receiver (soms moet je ook nog een audioverschuiving instellen op de televisie voor lipsync!). Om dit te verhelpen, heb ik de Mediaplayer en Blu-ray rechtstreeks aan de AV Receiver gekoppeld, met SPDIF voor alle 5.1-kanalen.

De berg bedwongen

De huidige stand van techniek is: 3D, 4K, DTS (-X), Dolby Digital (nu ook al Atmos), beeld en geluid via HDMI 1.4 en geluid via SPDIF en COAXial. Inmiddels heb ik de puzzel bijna rond ‒ alles in volgorde van kwaliteit. Het beeld van Mediaplayer MiniX, Blu-ray en Chromecast loopt via HDMI op 4K- en 3D-niveau naar televisie en beamer. Al het geluid gaat via optische kabel of Coaxial op SPDIF naar de AV Receiver. En de meeste schakelacties lopen via een programmeerbare Philips-afstandsbediening op infrarood. Dat werkt als volgt: een infraroodontvanger/-zender stuurt de acties door naar de apparatuur. Door het kiezen van een activiteit op deze afstandsbediening worden alle bijbehorende apparaten aangezet en de doorschakelingen gemaakt op de juiste ingangen. Het goede nieuws is dat ik nog maar twee afstandsbedieningen nodig heb! Het slechte nieuws is dat Philips pas bedacht dat de tv maar met een radiosignaal moet werken. Oftewel, als bij de volgende afstandsbedieningstechniek infrarood in de ban wordt gedaan, heb ik weer een probleem.

Keep it simple

Maar waar blijft nou eigenlijk de boekhouder in dit verhaal? Tijdens mijn speurtocht dacht ik er helemaal niet over na om mijn super NAD AV Receiver te vervangen. Het werkte toch goed? Maar toen zag ik in de winkel een hedendaagse AV Receiver. En guess what? Het apparaat was uitgerust met alle aansluitingen: 8x HDMI in, 2x HDMI uit, geluid via optisch én coax, Wi-Fi, netwerk, Netflix, bluetooth, geluid op DTS-X, Dolby Atmos én een afstandsbediening die ook nog eens via een app kan worden bediend. De prijs? De helft van wat ik tien jaar geleden voor mijn AV Receiver betaalde. Hoe simpel kan het zijn?

Afscheid

Kortom, door vast te houden aan mijn oude spullen had ik een hoop geld en tijd gestoken in het koppelen van mijn systemen. Terwijl ik eigenlijk de sprong naar de volgende generatie audio had moeten maken. De technische ontwikkelingen gaan nu eenmaal zo snel, dat je soms afscheid moet nemen van je oude apparatuur, ook al zegt de boekhouder in jou: niet doen, het werkt nog prima.

Gemak

In mijn werk als virtualisatieconsultant kom ik dezelfde situatie tegen. Zo worden servers, die worden vervangen door nieuwe gevirtualiseerde systemen, vaak niet meteen afgeschreven en boekhoudkundig ten laste gelegd van het virtualisatieproject. Natuurlijk zit niemand te wachten op kapitaalvernietiging, maar als je er een simpel en intuïtief systeem voor terugkrijgt, is dat niet altijd eenvoudig in geld uit te drukken. Maar het levert wel een hoop efficiency en gemak op!

Ben ik nu helemaal klaar en tevreden met mijn thuisbioscoop? Niet bepaald. Sterker: ik ben nog maar net begonnen! Er zijn namelijk nog allerlei upgrades mogelijk naar, bijvoorbeeld, 4K TV, full HD 3D-beamer (later vast ook in 4K), nieuwe AV Receiver, subwoofer en extra speakers. Nee, het houdt nooit op. En als het om vernieuwing gaat, is dat maar goed ook!

Voor de geïnteresseerden een overzicht van mijn apparatuur:

  • Philips TV 3D (passief) 1080p
  • Optoma-beamer 720p 3D (actief)
  • LG 3D Blu-ray BD850
  • Chomecast 2
  • MiniX NEO X8- H Plus
  • NAD T741 Receiver
  • Optische 2 SPDIF to 1 switch (allekabels.nl)
  • 4 HDMI to 2 HDMI matrix switch (allekabels.nl)
  • Philips universele infrarood afstandsbediening

 

 

Dit is wat u de hele tijd heeft gemist.

Applicaties met een vingerknip bij de gebruikers? In navolging van mijn vorig blog over VDI: Perfect aansluitend op een virtuele desktop omgeving.

De grootste vraag van gebruikers is een applicatie te mogen gebruiken. We zijn al zo gewent geraakt aan een geAppte applicatie, die eenvoudig zelf snel te installeren is, dat we dit ook van onze werkomgeving verwachten. Zelf zoeken in een catalogus met bedrijfs applicaties en deze toevoegen? Nog lang niet alle bedrijven zijn zover. Nee, we bellen met de helpdesk en vragen om een applicatie. Als die er niet is, dan gaat een waar proces in werking. Er moet een applicatie worden aangeschaft, gescript voor uitrol en getest. Dan moet deze nieuwe applicatie in een distributie omgeving worden gezet en de gebruiker moet er rechten voor krijgen.

Een applicatie eigenaar weet vaak het best, hoe de applicatie moet worden getuned. Zou het niet mooi zijn als deze de applicatie zelf kan installeren en inrichten alsof het op een eigen werkstation wordt gedaan. Met het nieuwe techniek van het net aangekochte bedrijf CloudVolumes door VMware kan dit. VMware AppVolumes maakt gebruik van de beste mogelijkheden van virtualisatie. Aan een virtuele desktop wordt een extra virtuele disk (heet een Volume of AppStack) gekoppeld en daarin worden de applicaties geïnstalleerd. Voor elke groep aan applicaties kan een apart Volume worden aangemaakt. Meerder volumes kunnen aan een desktop worden gekoppeld. Heeft de gebruiker rechten op het Volume, dan is de applicatie direct beschikbaar, alsof deze lokaal is geïnstalleerd. De actie kan zelfs realtime!

Het zou zo kunnen klinken. Klant: “Ik heb een nieuwe stoel nodig” . Helpdesk: “Gaat u even staan, klik, OK gaat u maar weer zitten” . Gebruiker: “Ongelooflijk, ik heb een nieuwe stoel”.  Dit zou dus ook met een applicatie kunnen. Iets netter is natuurlijk als de gebruiker even afmeldt en weer opnieuw aanmeldt.

En als er dan een update moet komen in een applicatie, zult u denken? De bestaande Volume wordt gecloned, en de applicatie wordt geupdate en na de test wordt dit nieuwe Volume aan de groep gebruikers gekoppeld. Wanneer deze opnieuw aanloggen is de applicatie vernieuwt.

Maar ik heb een eigen dedicated virtuele desktop!

Ook aan mensen met een eigen desktop en lokale installatie rechten is gedacht. Deze gebruikers krijgen een eigen Writable Volume. Wanneer deze gebruiker naast de standaard appliacties een eigen applicatie wil installeren, komt deze op het eigen Writable Volume te staan. De desktop blijft eruit zien als een echte eigen desktop. Alleen de C schijf is te zien.

De desktop wordt een lege machine met een OS (Operating System) en een paar agents.

In de toekomst zou dit ook voor een fysieke desktop kunnen. Een VHD disk zou dan naar een fysieke desktop of laptop gekopieerd kunnen worden met daarin de applicaties. De AppVolumes Agent zal deze zien en koppelen aan het OS. In dit geval zal het natuurlijk veel langer duren voordat de applicatie beschikbaar is. En VHD van 20-30 Gb kopiëren duurt even.

Ikzelf ga uiteraard voor een VDI omgeving, waar de eigen laptop alleen als een toegangs device fungeert.

Hoeveel van deze containers met applicaties heb je gemiddeld nodig?

In de praktijk van het gebruik van AppVolumes zijn meestal niet meer dan 7 Volumes nodig. Vaak is er een voor de basis applicaties en dan nog een aantal met specifieke bedrijfstoepassingen voor verschillende afdelingen. Bijvoorbeeld voor Engineering, Sales en Administratie.

De eenvoud van deze toepassing, zal oude methoden gaan vervangen. Ik ben er van overtuigd, dat de gebruiker gaat bepalen wat hij wil gebruiken voor z’n werk. Het applicatie deliver en update proces zal een stuk eenvoudiger worden en daardoor sneller en goedkoper voor de organisatie.

Op dit moment heb ik een demo omgeving draaien met daarin een Volume met de hele AutoDesk Design en Infrastructure Suite Ultimate er in. Meer dan 40 Gb aan 3D grafische applicaties, zoals AutoCAD en Revit. Deze applicaties zijn net zo makkelijk te koppelen aan een gebruiker als een willekeurige andere applicatie stack. De standaard 20 Gb Volume moet wel worden vergroot. Ik heb hiervoor een filmpje gemaakt hoe dit te doen. De hele installatie van de software duurt enkele uren! (ook een msi package!) App Volume toekennen aan de gebruiker: in enkele seconden beschikbaar. Link naar Demo: http://youtu.be/2GAfd81Dsyk

Zie ook :http://youtu.be/XN649HpO1e0

Het beste is als alle applicaties die bij elkaar horen in dezelfde AppStack staan. Hier worden de voordelen van een All Flash storage met deduplicatie goed zichtbaar. Het kopiëren van de virtuele disk met applicaties bij een update is in seconden gebeurd en de ruimte die het inneemt op de storage is minimaal.

Wat is de winst voor uw organisatie?

Er is maar een image met de software te beheren, de applicaties zijn niet meer afhankelijk van het werkstation en grote groepen gebruikers zijn direct aan de applicatie te koppelen. Applicaties zijn sneller en met minder resources te deployen. Dit zal leiden tot lagere beheerkosten. De techniek is ook op servers van toepassing.

Toekomstige ontwikkelingen, zoals het in realtime klonen van een draaiende virtuele desktop tijdens het aanloggen van de (nieuwe) gebruiker, maken optimaal gebruik van deze techniek.

Heeft u een VDI omgeving draaien? AppVolumes is als demo te installeren. De enige beperking is dat er 10 gebruikers mogelijk zijn, die maar één applicatie Volume toegewezen kunnen krijgen en is tot eind 2015 te gebruiken. (link http://www.vmware.com/nl/products/appvolumes) Bestaande Horizon View Enterprise klanten kunnen AppVolumes per named user gebruiken. AppVolumes zal als standalone beschikbaar zijn en zal worden toegevoegd aan de bestaande Horizon View Enterprise licentie.

 

Is VDI beter dan een fysieke infrastructuur

Is VDI beter dan een fysieke infrastructuur?

Er wordt de laatste jaren veel over VDI (Virtuele Desktop Infrastructuur) geschreven. Dat is niet gek: VDI klinkt haast te mooi om waar te zijn. Geen individuele hardware meer voor iedere werkplek omdat één server al het rekenwerk verricht. Gebruikers openen hun desktop overal en altijd virtueel op hun iPad, mobiele telefoon of laptop. Veel organisaties vragen zich dan ook af: “Is VDI voor mij een optie en wordt mijn IT goedkoper als ik geen PC’s meer hoef aan te schaffen?”

Om te beginnen is het goed om te beseffen dat VDI niet zo radicaal anders is dan wat we gewend zijn. VDI sluit normaal gesproken zelfs goed aan op de reeds bestaande virtuele serveromgevingen. Veel IT-afdelingen zijn al gewend om hun server in te richten vanuit één basisimage, dus waarom zou dat niet kunnen met het besturingssysteem voor desktops. En als we applicaties kunnen aanbieden op een server (terminalserver of RDS), dan kan dat natuurlijk ook in een virtuele desktop. Er hoeft, met andere woorden, niet veel te veranderen om op de “oude” manier een virtuele desktop aan te bieden.

Betere, veilige dienstverlening

Wat dankzij VDI wel verandert, is de dienstverlening die IT kan bieden aan gebruikers. Doordat de desktop met bedrijfsapplicaties ineens overal en op elk device te gebruiken is, komt Het Nieuwe Werken met IT een stuk dichterbij. Zolang zij een device hebben om de virtuele desktop mee te benaderen, kunnen gebruikers overal en altijd werken.

Daarom blijft het me verbazen dat IT-beheer VPN-verbindingen vaak toestaat, maar huiverig is als het gaat om een kijkverbinding zoals VDI. Laatstgenoemde is juist erg veilig, omdat er alleen beeldinformatie wordt verstuurd. Het device van de gebruiker is in feite alleen een beeldscherm dat toont wat de computer (in het geval van VDI de server) berekent. De data zelf wordt niet opgeslagen op het device en blijft waar het hoort: in het datacenter.

Verplaats de rekenkracht van de werkplek naar het datacenter

Het resultaat is dat de hardware op de werkplek wordt vervangen door een zero-device dat amper beheerd hoeft te worden en veel langer meegaat. De verplaatsing van de hardware naar het datacenter verhoogt de veiligheid en zorgt dat gedeelde voorzieningen beter worden benut. Niet iedereen is immers tegelijk bezig met de zwaarste applicaties. Daarnaast worden de snelle dataverbindingen tussen de verschillende systemen optimaal gebruikt. Alles staat in het datacenter dicht bij elkaar en is met een hogesnelheidslijn verbonden. Dat betekent dat applicaties en data, nadat ze eenmaal op de virtuele desktop zijn geplaatst, veel sneller beschikbaar zijn. Geen gedoe meer met roaming profielen en lange inlogtijden.

Een traditioneel bezwaar daarop is dat VDI niet geschikt zou zijn voor zwaardere (grafische) applicaties  zoals AutoCAD en beeldbewerkingsprogramma’s. Daarvoor zouden nog altijd dure, fysieke werkplekken nodig zijn omdat virtuele desktops niet over de (grafische) rekenkracht beschikken. VDI is nu echter op een punt beland dat het mogelijk is om ook de grootste tegenstanders mee te krijgen. Virtuele desktops kunnen tegenwoordig namelijk gebruikmaken van een gedeelde grafische kaart voor optimale beeldprestaties. Ook op het gebied van rekenkracht doet VDI voortaan dus prima mee.

Voorwaarde daarvoor is wel dat er in het datacenter niet wordt bezuinigd op de componenten van de VDI-omgeving. De nieuwe omgeving moet zeker hetzelfde kunnen presteren, maar een sprong voorwaarts is beter. Factoren als CPU-snelheid, IOPS en latency naar storage, grafische acceleratoren en het transportprotocol zijn van groot belang.

Ongevraagde dienstverlening

Graag kom ik nog even terug op de verhoogde dienstverlening die VDI aan gebruikers biedt. Iemand vroeg mij onlangs namelijk: vraagt de gebruiker daar wel om? Moeten we diensten als VDI aanbieden als daar (nog) geen vraag naar is? Ik ben van mening dat dat zeker moet. Dat de gebruiker ergens niet om vraagt, wil niet zeggen dat hij er niet veel aan zou kunnen hebben.

Vergelijk het met de iPad. Toen deze werd aangekondigd, waren er veel sceptici die vonden dat we tablets helemaal niet nodig hadden. Maar kijk wat daarvan is gekomen: de iPad en Android-tablets zijn haast niet meer weg te denken uit ons dagelijkse leven. Veel gebruikers zullen nu zelfs zeggen dat ze juist niet meer zonder kunnen.

Conclusie: meer dienstverlening voor hetzelfde of minder geld.

Met VDI verhoog je de dienstverlening naar je gebruikers en versoepel je de transitie naar een totaal “verAppte” werkomgeving. Een virtuele infrastructuur maakt dit mogelijk, ook voor de desktop. Voor het beheer van de centrale VDI-omgeving maakt het niet uit of dat nu voor 1 desktop is, of 10.000. VDI vermindert complexiteit en verhoogt de toegevoegde waarde van je medewerkers.

Dit Blog is ook op Centric Blog te lezen

VMworld 2014 Europe Barcelona

Last week was VMworld Europe 2014 in Barcelona. Tons of new ideas and changing the way to a software defined datacenter. Big was the EVO rail booth. Now also HP has an appliance. There was a EVO rail install competition: two EVO rail systems and who is running the first virtual machine on it. 15.13 min. was the day winner.

Lot of vCloud Air business. The new name of vCloud Hybrid Services. VMware has announced the new German datacenter. Now in Europe there is a vCloud Air datacenter in the UK and in January in German. The integration of a vCloud Air datacenter in your own private VMware datacenter is easy. Connecting by VPN or direct line, the extended datacenter is like one datacenter. Disaster recovery as a service could be a first step to extend your datacenter and availability.

DSC_1838
vCloud Air connection

There was a lot of renaming: vCloud Suite is now vRealize Suite. Put vRealize at front of the old names and your updated.

vCloud Automation Center is now vRealize Automation. All new tools are based on this suite. The automation of IT is build on vRealized Suite. Self-service portals for end-users.

VMware is eating there own dogfood: 17.000 users are now migrated to VMware Horizon Workspace. VDI, Apps and mobile central managed by AirWatch and VDI.

Eating own dogfood
Eating own dogfood

Click here to Watch general sessions

 

Cloud Volumes now VMware App Volumes

Delivery of application in a virtual machine now dramatically change. How easy could it be to create a virtual disk (App container) and install the applications in it. After that you add the user group to that container and real time the apps are ready for use by the user. Now with the acquisition of Cloud Volumes by VMware, the integration with VMware Horizon View is nearby. Q4 2014 it will be GA.

Even connecting a virtual drive to a physical desktop will bee possible in the future. The agent finds a virtual app container (could be a VHD file in Windows) and delivery directly the applications.

The basic image of a VDI desktop can be only OS. All common applications are placed in a Common container, user specific applications in other containers and even a user is local admin and has a persistent desktop, he has its own writable disk.

Wat brengt automatisering in IT te weeg? Deel 2

Wat staat ons te wachten?

Peter Sondergaard, research director bij Gartner, bij de opening van de conferentie IT/Expo:

“Bedrijven zullen het komend jaar voor zeker 40 miljard dollar aan verdere digitalisering van bedrijfsprocessen uitgeven. Voor CIO’s en andere managers binnen de IT betekent dit volgens Gartner dat zij zich meer moeten concentreren op de mogelijkheden voor hun organisaties van deze nieuwe slimme technologieën dan op het verlagen van kosten, waar de meeste CIO’s zich nu op richten. Wel moeten ze met snelle kostenverlagingen door digitalisering het vertrouwen van het management winnen om meer te investeren in verdere digitalisering. Want dat kost op de korte termijn meer dan het oplevert, zo redeneert Sondergaard. Maar wie het niet doet, mist op langere termijn de boot volkomen.”

Datacenters worden met sneltrein vaart uit de grond gestampt om clouddiensten aan te bieden. Je ziet nu ook dat de mensen met het wijsvingertje: pas op mijn data moet wel in Nederland blijven, worden bediend. Microsoft bouwt in Middenmeer een mega datacenter voor Azure en Google gaat volgend jaar aan de gang in de Eemshaven. Instanties waarvan je zou denken, die hebben data die zelfs in huis moet blijeven, hebben er geen moeite mee data hun data in een nederlands cloud platform wordt opgeslagen. Hun redenering is: bij ons is precies bekend waar het staat (achter de voordeur) en in de cloud niet, dus is het naast eenvoudiger, zelfs veiliger. VMware vindt het allemaal niet snel genoeg gaan en heeft nu ook zelf een SDDC (software defined datacenter) in de markt gezet: vCloud Air. Het draait op verschillende datacenters. Voordeel is dat andere datacenterpartners dit concept kunnen overnemen. Een hybrid cloud is zo eenvoudig voor bedrijven in te zetten, door hun eigen SDDC platform te koppelen.

Er moet natuurlijk wel een IT organisatie zijn, die deze intelligente mogelijkheden aanbied aan de business. Eerst zal de organisatie gereedgemaakt moeten worden voor een selfservice model. Als de medewerkers de IT optimaal kunnen gaan gebruiken bij hun werk, zal dat een boost aan het bedrijfsproces geven.

Anders denken en inrichten gaat veel veranderen. Robotisering van een magazijn geeft Amazon de mogelijkheid om 3x zoveel bestellingen te verwerken met het zelfde aantal mensen. Door het magazijn naar de orderpicker toe te brengen i.p.v. andersom.

OTA test omgevingen als selfservice beschikbaar stellen en ook weer opruimen, verhoogd de productiviteit en rendement van de IT hardware. Innovatie gaat sneller door een klein team te formeren met veel ruimte in vernieuwing en niet te vergeten een behoorlijk budget. De BMW i8 is op deze manier door een klein team ontwerpers in 32 maanden ontwikkeld en op de markt gebracht. Geheel buiten de bestaande BMW organisatie ging dit veel sneller. Productie is al uitverkocht.

Wat brengt automatisering in IT te weeg? Deel 1

Nu zelfs minister Asscher het banen verlies door robots onder de aandacht brengt, vallen de media over elkaar heen om artikelen te schrijven over het fenomeen robots. Alles is nu ineens bedreigend door het invoeren van de robot en verdere digitalisering. Niemand kijkt raar op als er een schuifdeur automatisch open gaat bij een winkel. Helaas geen portier meer die met een vriendelijke knik de deur voor je open houdt.

Dat er de afgelopen jaren ca. 50.000 banen in het bankwezen zijn verdwenen heeft alles te maken met het feit, dat de consument steeds meer zelf kan regelen via smartphones en internet. Het begon met internet bankieren, waarbij de klant zelf z’n acceptgirogegevens in ging tikken op de elektronische bankopdracht en nu met een automatisch geupdate App op een tablet of smartphone. Zelfs het invullen van de acceptgiro gegevens is nu niet meer nodig. Sommige bankapps kunnen met een foto van de acceptgiro al de gegevens overnemen. IT heeft een verregaande digitalisering van deze functies mogelijk gemaakt.

Robotisering zal steeds intelligenter worden. Apparaten worden slimmer en kunnen zelfstandig beslissingen nemen. In het kader van banken: slimme logaritmen bepalen of iemand wel of niet in aanmerking komt voor een lening. Veel beoordelings taken zullen worden geautomatiseerd. Dit kan gevolgen hebben voor veel beroepen. Lees hier meer over in het boekje Megetrends Werk van Adjiedj Bakas.

Voor de IT sector zelf heeft de snelheid van de digitalisering van taken het gevolg dat de IT omgeving sneller veroudert en langzamer wordt afgebouwd, dan de vernieuwende technieken worden ingevoerd. M.a.w. het gat tussen de bestaande IT in een organisatie en wat de organisatie zou willen wordt steeds groter. Dit gaat organisaties op achterstand brengen.

Ondermeer in een onderzoek van EMC wordt dit door IT managers aangegeven. Een meerderheid twijfelt aan de bekwaamheid van de IT-afdeling. Dit terwijl juist 64%van de managers verwacht concurrentievoordeel te kunnen realiseren door het potentieel van IT te benutten.. (EMC onderzoek)

De transitie naar een volledig software gedreven IT omgeving is nog maar beperkt opgang gekomen. Terwijl datacenters steeds meer cloud diensten en IaaS (infrastructure as a Service) aanbieden, wordt dit nog maar beperkt in de eigen IT omgeving toegepast. Selfservice portals met bedrijfs Apps zijn nog geen gemeengoed, terwijl de gebruikers al ruimschoots verwent zijn geraakt met App stores en werken op elke plaats. En met elk device.

Veel bedrijfsprocessen gaan volledig op de schop. Een App als Uber voor taxi’s maakt een hele keten aan tussen personen overbodig. Er is een direct contact mogelijk met de chauffeur en de klant. Dit principe is op vele diensten van toepassing. Zelfs een elektrische auto als de Tesla is via internet te configureren en te bestellen. Hoezo een dealer netwerk nodig? Als je auto bij een software update later zelfrijdend wordt, gaat ie zelfstandig even naar de garage als er wat mis is. Laat je de hond uit, zie je dat je auto voor onderhoud even weg is. Je had je berichtje op je smartphone nog niet gezien natuurlijk. Een slimme workflow had eerst even om toestemming gevraagd natuurlijk, maar als je de voorwaarden van de App standaard aanvaard (want wie leest alles bij een nieuwe App?) is dat natuurlijk al uitgeschakeld. In dit geval wordt een automonteur steeds meer een software engineer.